Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Salomo zeide: Gij hebt aan Uw knecht David, mijn vader, grote weldadigheid gedaan, gelijk als hij voor Uw aangezicht gewandeld heeft, [13]in waarheid, en in gerechtigheid, en in oprechtheid des harten met U; en Gij hebt hem deze grote weldadigheid gehouden, dat Gij hem gegeven hebt een zoon, zittende op zijn troon, als te dezen dage. 13. Dat is, in het geloven, belijden en voorstaan van de ware leer, en in het volgen van de rechte vromigheid en deugdzaamheid des levens, zowel in zijn persoon als in zijn ambt, en dit alles uit een oprechten ijver zonder geveinsdheid des geestes.